Beleid en financiën
Inleiding
Het eerste deel van deze monitor gaat in op het programma Sociaal Domein. Daarna volgt per beleidsveld – wmo, jeugd en participatie – de beleidsinformatie (aantallen), de financiën en een toelichting op hoofdlijnen hierop.
1. Programma sociaal domein
Periode 2019 - 2022
Eind 2022 is het programma Sociaal Domein 2019-2022 inhoudelijk afgesloten. Voor de continuïteit lopen een aantal projecten door in 2023 en een enkele in 2024. Voor een helder overzicht en een goede start van het nieuwe programma zijn de benodigde budgetten voor de doorlopende projecten onder de verantwoordelijkheid van de lijn gebracht of afgehandeld. Een voorbeeld is de voortzetting van Jongeren aan Zet. Toen de financiering vanuit het Rijk was afgelopen heeft onze gemeente vanuit het ‘oude’ programma zelf de financiering opgepakt. Een ander voorbeeld is de financiering van Noaberschap 2.0 in Witteveen. Op basis van het afgesloten convenant is er ook voor 2023 een budget beschikbaar vanuit het programma 2019-2022. Dat budget is begin 2023 beschikbaar gesteld aan het project.
Periode 2022 - 2026
In het tweede halfjaar van 2022 is gewerkt aan een nieuw programma Sociaal Domein 2022- 2026 dat u inmiddels heeft ontvangen. Dit programma is onder andere gebaseerd op het bestuursakkoord, en biedt tegelijkertijd veel ruimte aan actuele ontwikkelingen in het sociaal domein. Zo is voor de komende periode een budget opgenomen voor projecten die de last van armoede kunnen verlichten. Verder heeft ook het project Steunouders een plek gekregen in dit nieuwe programma. Eind 2022 is de opdracht voor de uitvoering ervan verstrekt aan Welzijnswerk Midden-Drenthe. Vanuit een programmatische aanpak wordt verder gewerkt aan kwaliteit en ontwikkeling in het sociaal domein. We verwachten bijvoorbeeld een toenemend belang van inloopvoorzieningen waar formele en informele zorg samenwerken. Het programma Sociaal Domein 2022-2026 biedt de mogelijkheid voor ondersteuning om een aantal inloopvoorzieningen te starten.
De financiering van het programma 2022-2026 berust voor een deel op financiering vanuit het rijk voor maatregelen naar aanleiding van de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvangaffaire (POK). De vier actielijnen voor gemeenten die vanuit POK worden aangegeven, zijn vertaald naar een lokale uitvoering. Eind 2022 is bijvoorbeeld een onderzoek gestart naar de (versterking van) wijkteams en andere samenwerkende teams in het sociaal domein. Dit onderzoek zal tegen de zomer van 2023 in de afrondende fase komen. Ook bij het Jeugdteam is een onderzoek opgezet, gefinancierd vanuit het programma. Vanzelfsprekend worden de stappen in deze twee onderzoeken goed op elkaar afgestemd.
Bij ontwikkelingen binnen onze gemeentelijke organisatie is datagedreven werken een onmisbare pijler geworden. Met datagedreven werken kunnen we betere beleidskeuzes maken en sturen op de uitvoering. Dat is eveneens belangrijk voor een zorgvuldige besteding van de middelen in het Sociaal Domein. In toenemende mate krijgen we inzicht in het gebruik van zorg en de bijbehorende financiën. Met dit inzicht kunnen bijvoorbeeld dubbelingen voorkomen worden terwijl onze inwoners de juiste zorg blijven krijgen. Datagedreven werken is inmiddels breed in de organisatie uitgezet, maar ook het Sociaal Domein blijft stevig aangehaakt. Daarom is ook in het programma Sociaal Domein 2022-2026 een budget opgenomen voor datagedreven werken.
Onder de naam Grip op de Kosten is in het tweede halfjaar van 2022 verder gewerkt aan de uitvoering van dit programmaonderdeel. Na het vertrek van de projectleider Jeugd medio 2022 hebben we eind vorig jaar de functie opnieuw in kunnen vullen. Ook de aanstelling van de projectleider Wmo hebben we kunnen verlengen. Onze aanpak is voor een deel terug te zien in een betere kostenbeheersing en de financiële resultaten. Het onderdeel Grip op de Kosten maakt nu deel uit het programma Sociaal Domein 2022-2026.
In het tweede half jaar van 2022 is vanuit het programma nog gestuurd op een aantal doorlopende projecten. Het Doorbraakbudget voor jongeren en de subsidie ‘Jeugd start op’ die vanuit het programma zijn ontwikkeld lopen door ook na de programmaperiode. Een andere doorlopend onderdeel uit het programma is ‘pilots in de dorpen’. Deze projecten worden overgezet naar medewerkers in de lijnorganisatie, waarna het programma Sociaal Domein 2019- 2022 ook financieel volledig afgesloten wordt.
- Van rekening 2021 naar begroting/rekening 2022
Het rekeningresultaat 2021 van het sociaal domein liet ten opzichte van de begroting 2021 een voordeel zien van € 1,5 miljoen (nadeel jaarrekening 2020 was € 1,8 miljoen). De totale uitgaven in 2021 lagen ruim € 200.000 hoger dan in 2020.
Ten opzichte van de werkelijke uitgaven in 2020 zijn de budgetten voor zowel 2021 (+3%) als 2022 (+6%) verhoogd. Ook is eind 2021 ten behoeve van de kostenbeheersing het programma ‘Grip op kosten’ vastgesteld. Een samenhangend pakket aan maatregelen om de vastgestelde sluitende begroting voor 2022 te realiseren.
In 2022 is tussentijds (najaarsnota 2022) op basis van de prognose (monitor) een resultaat op het sociaal domein ingeboekt van € 812.000. Vooral de prognose van de uitgaven jeugd waren toen fors lager dan begroot. Naast een dalende trend in het aantal jeugdhulpindicaties hebben de effecten van het woonplaatsbeginsel en het programma grip op kosten hier ook invloed op.
Het bedrag van € 812.000 is toegevoegd aan de reserve sociaal domein.
Op basis van de voorliggende prognose is ten opzichte van de in de najaarsnota (NJN) bijgestelde begroting per saldo sprake van een voordelig resultaat van afgerond € 25.000.
Daarnaast is sprake van een nog te ontvangen bijdrage Beschermd wonen van centrumgemeente Assen van afgerond € 995.000, waarmee het totale verwachte resultaat op € 1 miljoen komt.
Met uitzondering van de Wmo voorzieningen is er sprake van relatief kleine onderschrijdingen van de budgetten ten opzichte van de bijgestelde begroting. In de verdiepende paragrafen van deze monitor wordt dit per beleidsterrein nader toegelicht.
Jaarrekening
Rubrieken | Begroot 2022 | Begroot 2022 | Jaarrekening | Afwijking t.o.v. begroting 2022 |
| Jaarrekening 2021 | Afwijking t.o.v. JR 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
WMO HH | 4.574.826 | 4.753.169 | 4.826.687 | -73.519 |
| 4.760.163 | -66.524 |
Wmo BEG | 3.636.335 | 3.365.420 | 3.089.184 | 276.236 |
| 3.410.066 | 320.882 |
Wmo voorzieningen | 1.139.619 | 1.121.710 | 1.437.869 | -316.159 |
| 1.351.345 | -86.524 |
Jeugd | 10.068.054 | 9.312.314 | 9.184.908 | 127.407 |
| 9.676.002 | 491.094 |
Participatie | 1.015.977 | 972.847 | 962.517 | 10.330 |
| 680.276 | -282.241 |
Subtotaal | 20.434.812 | 19.525.460 | 19.501.165 | 24.295 |
| 19.877.852 | 376.687 |
Bijdrage beschermd wonen | 0 | 0 | -1.121.129 | 1.121.129 |
| -705.257 | 415.872 |
Totaal | 20.434.812 | 19.525.460 | 18.380.036 | 1.145.424 |
| 19.172.595 | 792.559 |
- Beleidsterreinen
Wmo beleid
In onderstaande tabellen en grafieken staan de uitgaven en het verzilveringspercentage op basis van aantal geïndiceerde (beschikte) voorzieningen Wmo opgenomen, gevolgd door een toelichting.
Wmo HH
Figuur 1: Verzilvering WMO HH per kwartaal (betreft zorg in natura)
Figuur 1 Tabel verzilvering WMO HH per kwartaal (betreft zorg in natura)
Wmo BEG
Figuur 3: Verzilvering WMO BEG per kwartaal (betreft zorg in natura)
Figuur 4 Tabel verzilvering WMO BEG per kwartaal (betreft zorg in natura)
Figuur 5 Aantal unieke cliënten WMO per voorziening
Toelichting :
Op het gebied van de Wmo zien we:
- Een nagenoeg gelijkblijvende hoeveelheid indicaties op het gebied van begeleiding en dagbesteding;
- Een kleine stijging in het aantal indicaties Hulp Bij het Huishouden. Dit is mogelijk te verklaren door:
- De vergrijzing in de samenleving.
- Het onderhouden van contact met aanbieders om mensen met een beschikking ook te kunnen plaatsen.
- Een kleine toename van het aantal beschikbare mensen voor Hulp Bij het Huishouden;
- Dat de aanzuigende werking op het abonnementstarief zijn piek heeft bereikt.
- Een mogelijke verklaring voor de toename van het aantal materiele voorzieningen is ook gelegen in een toenemende vergrijzing in onze gemeente.
- De stijging in kosten komt vooral doordat we als gemeente conform de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële tarieven betalen aan zorgaanbieders waardoor het tarief in 2022 gestegen is ten opzichte van 2021. Deze trend zal zich in 2023 door de gestegen prijzen zeker voortzetten.
Financiën Wmo
In onderstaande tabellen staat achtereenvolgens de prognose van de uitgaven Wmo HH en Wmo BEG en Wmo voorzieningen opgenomen, met een korte toelichting daarop.
Voor het gehele beleidsterrein is per saldo sprake van een negatief resultaat van afgerond € 110.000. Dit is exclusief een verwachte bijdrage vanuit centrumgemeente Assen van afgerond € 995.000 (Beschermd wonen).
Financiën Wmo HH
Rubrieken | Begroot 2022 | Begroot 2022 | Jaarrekening 2022 | Afwijking t.o.v. begroting 2022 |
| Jaarrekening 2021 | Afwijking t.o.v. JR 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
HH Zin | 4.677.057 | 4.737.069 | 4.826.558 | -89.489 |
| 4.721.916 | -104.642 |
HH PGB | 127.537 | 93.367 | 81.499 | 11.868 |
| 87.148 | 5.649 |
Overige kosten | 120.233 | 142.733 | 196.740 | -54.007 |
| 149.845 | -46.895 |
Eigen bijdrage | -350.000 | -220.000 | -278.109 | 58.109 |
| -198.746 | 79.363 |
Totaal | 4.574.826 | 4.753.169 | 4.826.687 | -73.519 |
| 4.760.163 | -66.524 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Prognose | 4.826.687 |
|
|
|
|
|
|
Verschil t.o.v. begroting | -73.519 | hogere uitgaven t.o.v. begroting |
|
|
| ||
Verschil t.o.v. JR t-1 | -66.524 | hogere uitgaven t.o.v. JR |
|
|
|
|
Binnen de wmo HH is per saldo sprake van hogere uitgaven dan begroot (€ 143.000) en vallen de inkomsten uit eigen bijdragen hoger uit dan begroot (€ 58.000). Dit leidt tot een nadeel van afgerond € 74.000.
De uitgaven Wmo HH Zin vallen iets hoger uit dan begroot. Op basis van de tussentijdse prognose (monitor) zijn de uitgaven met € 60.000 verhoogd (najaarsnota). Deze prognose lijkt niet uit te komen. De uitgaven Wmo PGB vallen iets lager uit dan begroot. Bij de tussentijdse rapportage zijn de uitgaven PGB met € 34.000 verlaagd. De verwachting is dat deze daling de komende jaren nog iets doorzet.
Financiën Wmo Begeleiding
Rubrieken | Begroot 2022 | Begroot 2022 | Jaarrekening 2022 | Afwijking t.o.v. begroting 2022 |
| Jaarrekening 2021 | Afwijking t.o.v. JR 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wmo BEG ZIN | 2.514.926 | 2.382.545 | 2.366.238 | 16.307 |
| 2.515.390 | 149.152 |
PGB BEG | 652.961 | 487.220 | 197.619 | 289.600 |
| 434.212 | 236.592 |
Overige kosten | 468.448 | 495.655 | 525.327 | -29.672 |
| 460.465 | -64.862 |
Bijdrage Beschermd wonen | 0 | 0 | -1.121.129 | 1.121.129 |
| 0 | 1.121.129 |
Totaal | 3.636.335 | 3.365.420 | 1.968.055 | 1.397.365 |
| 3.410.066 | 320.882 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Prognose o.b.v. Q1-2022 | 3.365.420 |
|
|
|
|
|
|
Verschil t.o.v. begroting | 1.397.365 | lagere uitgaven t.o.v. begroting |
|
|
| ||
Verschil t.o.v. JR t-1 | 320.882 | lagere uitgaven t.o.v. JR |
|
|
|
|
Binnen de wmo Begeleiding is per saldo sprake van een voordeel van (€ 1.271.000). Dit is nagenoeg geheel toe te schrijven aan het voordeel op beschermd wonen dat onze gemeente naar verwachting ontvangt van centrumgemeente Assen (€ 995.000).
De uitgaven Wmo BEG Zin zijn op basis van de tussentijdse prognose (monitor) bij de najaarsnota met € 132.000 naar beneden bijgesteld. Deze prognose lijkt op jaarbasis redelijk uit te komen. De uitgaven Wmo PGB vallen ook lager uit dan begroot. Bij de tussentijdse rapportage zijn de uitgaven PGB met € 165.000 verlaagd. De verwachting is dat deze daling de komende jaren nog iets doorzet.
Financiën Wmo voorzieningen
Rubrieken | Begroot 2022 | Begroot 2022 | Jaarrekening 2022 | Afwijking t.o.v. begroting 2022 |
| Jaarrekening 2021 | Afwijking t.o.v. JR 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitkering woonvoorzieningen | 228.625 | 300.000 | 407.016 | -107.016 |
| 372.629 | -34.387 |
Uitkering vervoersvoorzieningen | 484.280 | 340.335 | 398.460 | -58.125 |
| 248.573 | -149.887 |
Uitkering hulpmiddelen | 405.660 | 450.000 | 597.294 | -147.294 |
| 577.953 | -19.340 |
Overige kosten | 21.055 | 20.510 | 24.034 | -3.524 |
| 35.441 | 11.408 |
Overige kosten - Corona | 0 | 10.865 | 11.065 | -200 |
| 116.749 | 105.683 |
Totaal | 1.139.619 | 1.121.710 | 1.437.869 | -316.159 |
| 1.351.345 | -86.524 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Prognose o.b.v. Q1-2022 | 1.121.710 |
|
|
|
|
|
|
Verschil t.o.v. begroting | -316.159 | hogere uitgaven t.o.v. begroting |
|
|
| ||
Verschil t.o.v. JR t-1 | -86.524 | hogere uitgaven t.o.v. JR |
|
|
|
|
De uitgaven voor Wmo voorzieningen zijn voor zowel de woon- en vervoersvoorzieningen als de hulpmiddelen hoger dan in de jaarrekening 2021. Ten opzichte van de bijgestelde begroting is sprake van hogere uitgaven van € 312.000. De verklaring hiervoor ligt deels in hogere tarieven en deels in de toenemende vergrijzing.
Jeugd
We staan aan de vooravond van een aantal majeure landelijke hervormingen in het jeugddomein. Sinds 2021 werken ministeries, zorgaanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), professionals en de VNG samen aan de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028. Het doel van deze landelijke agenda is om te komen tot een betere en tijdige jeugdhulp in een beheersbaar en duurzaam financieel stelsel.
Centraal in de verbeteragenda staat de jeugdhulp zo thuis en nabij mogelijk te organiseren en uithuisplaatsingen te voorkomen. Er is nog geen overeenstemming bereikt tussen het rijk en de VNG over onder andere de reikwijdte van jeugdhulp en de financiële kaders. Het proces is vertraagd. We verwachten dat rond de zomer 2023 meer bekend wordt wat de Hervormingsagenda concreet voor Midden-Drenthe gaat betekenen.
Figuur 2 Aantallen unieke cliënten jeugd en het aantal afgegeven indicaties (cliënten kunnen 1 of meerdere producten hebben)
Op het gebied van Jeugd zien we in 2022 een lichte afname van het aantal cliënten ten opzichte van 2021. Het aantal cliënten over het jaar blijft redelijk constant. De afname ten opzichte van 2021 wordt verklaard door de invoering van de wet wijziging woonplaatsbeginsel Jeugdwet. De gemeente waar de jeugdige woont c.q. vandaan komt als een klinische opname volgt, blijft vanaf 2022 verantwoordelijk voor de jeugdige en voor de kosten van de jeugdhulp voor deze jeugdige.
De effecten van bijvoorbeeld de inzet van praktijkondersteuners Jeugd en andere voorliggende preventieve voorzieningen zien we niet terug in de aantallen. Dit heeft te maken met het toenemen van de complexiteit van de hulpvraag. De problematiek speelt zich steeds vaker af op meerdere leefdomeinen. Ook geven professionals aan dat het wenselijk is te kijken of het preventieve aanbod voldoende is en waar het versterkt kan worden. De gemeente Midden-Drenthe staat niet alleen voor deze uitdaging. Dit beeld zien we ook terug bij andere Drentse gemeenten. Hier ligt een opdracht voor ons in 2023 en volgende jaren, ook met oog op de landelijke ontwikkelingen voortkomend uit de Hervormingsagenda Jeugd en het toekomstscenario Kind- en gezinsbescherming.
Tegelijkertijd is ons beeld dat de structurele inzet van praktijkondersteuners Jeugd een goede keuze is geweest. Veelvuldig wordt van deze functie gebruikt gemaakt. In 2022 zijn twee praktijk ondersteuners jeugd actief geweest op de huisartsenpraktijken in alle dorpen, exclusief de praktijk in Westerbork. De problematiek(en) van de jongeren die door de huisarts wordt verwezen naar een praktijkondersteuner jeugd is vrij divers. De top drie is scheidingsproblematiek, stemmingsproblematiek (somberheid en depressie) en laag zelfbeeld (onzekerheid, negatief zelfbeeld, faalangst en perfectionisme). De gemiddelde doorlooptijd van het afgelopen jaar was 3 maanden. Over het algemeen spreken de praktijkondersteuners jongeren en/of hun ouders zo’n 4 tot 6 keer in totaal. In een aantal gevallen wordt er doorverwezen naar zorgaanbieders in de tweede lijnszorg. In veel gevallen begeleiden de praktijkondersteuners zelf waardoor verwijzing niet nodig is.
In onderstaande tabellen en grafieken staan de uitgaven en het verzilveringspercentage op basis van aantal geïndiceerde (beschikte) voorzieningen opgenomen, gevolgd door een toelichting.
Figuur 5 Tabel verzilvering Jeugd (Zorg in natura)
Figuur 6: Grafiek verzilvering jeugd (Zorg in natura)
We constateren een verschil tussen het aantal afgegeven indicaties en ingediende declaraties door de zorgaanbieders. Het laatste wordt uitgedrukt in een verzilveringspercentage: de daadwerkelijke vergoede zorg uitgedrukt in geld. Opvallende trend is dat het verzilveringspercentage over de afgelopen 2 jaar daalt (figuur 6: Lineair (Verzilvering)). Dat de trendlijn in het vierde kwartaal weer stijgend wordt mede veroorzaakt doordat zorgaanbieders zelf ook het boekjaar 2022 afsluiten en zoveel mogelijk openstaande zorgrekeningen nog factureren bij de desbetreffende gemeenten.
Het (meerjarig) verzilveringspercentage heeft te maken met de lange wachtlijsten bij de meeste aanbieders van jeugdzorg. Het duurt vaak minimaal aantal maanden dat de jeugdige terecht kan bij een zorgaanbieder. De wachtlijsten in de jeugdzorg speelt landelijk.
Financiën jeugd
Financiën Jeugd
Rubrieken | Begroot 2022 | Begroot 2022 | Jaarrekening 2022 | Afwijking t.o.v. begroting 2022 |
| Jaarrekening 2021 | Afwijking t.o.v. JR 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Jeugd ZIN | € 8.624.852 | € 7.872.315 | € 7.897.694 | -€ 25.379 |
| € 8.568.411 | € 670.717 |
PGB | € 446.335 | € 484.976 | € 437.782 | € 47.195 |
| € 405.001 | -€ 32.781 |
Overige kosten | € 996.867 | € 955.023 | € 849.432 | € 105.591 |
| € 702.590 | -€ 146.842 |
Totaal | € 10.068.054 | € 9.312.314 | € 9.184.908 | € 127.407 |
| € 9.676.002 | € 491.094 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Prognose | 9.184.908 |
|
|
|
|
|
|
Verschil t.o.v. begroting | 127.407 |
| lagere uitgaven t.o.v. begroting |
| |||
Verschil t.o.v. JR t-1 | 491.094 |
| lagere uitgaven t.o.v. JR |
|
|
|
De afname van het aantal afgegeven indicaties en declaraties zien we terug in de uitgaven Zorg in natura. Bij de najaarsnota is het budget met ruim € 750.000 verlaagd.
Net als bij de Wmo is ook bij de jeugd sprake van een lichte afname van het aantal PGB’s.
Het positieve resultaat op de overige kosten wordt veroorzaakt door het saldo van diverse kleinere posten.
Participatiewet
Ontwikkelingen arbeidsmarkt
Net als in 2021, kenmerkt het jaar 2022 zich door een daling in het werkloosheidspercentage met een opleving in december. Het werkloosheidspercentage is de werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking. Aanvankelijk stabiliseren in de tweede helft de aantallen, maar vanaf november stijgen deze weer. Deze stijging is gemeentelijk en regionaal groter dan landelijk. We kunnen hier geen specifieke verklaring voor geven.
De trendlijnen van de landelijke, regionale(=Drenthe) en Midden-Drentse werkloosheidspercentages loopt redelijk gelijk op. De werkloosheid is in Midden-Drenthe iets lager dan landelijk/regionaal. Echter aan het eind van het jaar zijn de landelijke en de Midden-Drentse percentages nagenoeg gelijk.
Figuur 7 WW-percentage landelijk, regionaal en gemeente Midden-Drenthe. Bron: Dashboard WW-uitkeringen (werk.nl)
Figuur 8 Ontwikkeling lopende WW uitkeringen gemeente Midden-Drenthe. Bron: Dashboard WW-uitkeringen (werk.nl)
Monitor Participatiewet (aantal uitkeringsgerechtigden)
In onderstaande tabel is het aantal actieve uitkeringsgerechtigden in 2021 en 2022 weergegeven. Hieruit blijkt dat de aantallen na een lichte afname in 2021 in 2022 iets toenemen.
Het gaat hier om de bijstandsgerechtigden (regulier, IOAW en IOAZ) én de mensen vanuit Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en de Kliniek Duurzaam verblijf van GGZ Drenthe die een zak- en kleedgeld uitkering van onze gemeente ontvangen. De inwoners die zak- en kleedgeld ontvangen hebben geen re-integratieverplichting, maar tellen wel mee in het aantal uitkeringen.
|
---|
Figuur 9 Aantal actieve uitkeringsgerechtigden per kwartaal
In 2022 zien we dat per saldo het aantal uitkeringsgerechtigden nagenoeg gelijk is gebleven. De instroom was gelijk aan de uitstroom. De redenen van de uitstroom zijn: werk gevonden en een partner die meer inkomen genereert.
|
---|
Figuur 10 Aantal arbeidsontheffingsgerechtigden per periode. Deze tabel is exclusief uitkeringsgerechtigden onder de IOAZ en IOAW
In de grafiek wordt het aantal arbeidsontheffingen getoond ten opzichte van het aantal uitkeringsgerechtigden. Hierdoor ontstaat een overzicht van het aantal bemiddelbare inwoners in de totale caseload richting (vrijwilligers) werk. De inwoners die een ontheffing van de arbeidsplicht hebben, worden minimaal één keer per jaar gesproken door een consulent werk. Deze consulent werk beoordeelt (eventueel samen met het UWV) of de arbeidsontheffing omgezet wordt in een arbeidsverplichting of dat er wederom een ontheffing volgt. Het aantal arbeidsontheffingen is licht gedaald.
De conclusie die uit de beperkte toename van het aantal bijstandsgerechtigden en lichte afname van het aantal arbeidsontheffingen kan worden getrokken is dat de situatie op de arbeidsmarkt zodanig is dat er meer moeilijk plaatsbaren toch betaald werk hebben gevonden. Echter dat er sprake blijft van een groep inwoners met een bijstandsuitkering die meer begeleiding nodig heeft om aan betaald (deeltijd)werk te komen.
|
---|
Figuur 11 Aantal statushouder per periode
In bovenstaande grafiek is het aantal statushouders weergegeven. Deze statushouders ontvangen een uitkering van de gemeente Midden-Drenthe en vallen daarmee ook onder de uitkeringsgerechtigden die zijn weergegeven in grafiek met actieve uitkeringsgerechtigden.
We zien een stijging in het aantal statushouders. De druk op de asielzoekerscentra is groot en het Ministerie heeft gemeenten opgeroepen om de gekoppelde statushouders zo snel mogelijk in de gemeente te huisvesten. Dit maakt dat we vanaf het vierde kwartaal 2021 een stijging zien in de doelgroep statushouders. De verwachting is dat deze doelgroep de komende tijd blijft stijgen.
In onderstaande grafiek worden de aantallen mensen met beschut werk in Midden-Drenthe weergegeven.
Figuur 3 Aantallen beschut werk per periode
We zien een toename van het aantal inwoners met de indicatie beschut werk. De verwachting is dat dit aantal licht blijft stijgen over de jaren heen doordat de eisen om een WAJONG uitkering te krijgen strenger zijn geworden. Deze beweging is een aantal jaren geleden in gang gezet vanuit het Rijk.
Financiën re-integratie
Rubrieken | Begroot 2022 | Begroot 2022 | Jaarrekening 2022 | Afwijking t.o.v. begroting 2022 |
| Jaarrekening 2021 | Afwijking t.o.v. JR 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P-wet Stark | 306.208 | 263.078 | 263.078 | 0 |
| 175.790 | -87.288 |
P-wet re-integratie | 709.769 | 709.769 | 699.439 | 10.330 |
| 504.486 | -194.953 |
Totaal | 1.015.977 | 972.847 | 962.517 | 10.330 |
| 680.276 | -282.241 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Prognose o.b.v. Q2-2022 | 972.847 |
|
|
|
|
|
|
Verschil t.o.v. begroting | 10.330 | lagere uitgaven t.o.v. begroting |
|
|
| ||
Verschil t.o.v. JR t-1 | -282.241 | hogere uitgaven t.o.v. JR |
|
|
|
|
De bijdrage in het exploitatietekort van Stark is conform begroting. Het resultaat is positief door het saldo van een negatiever bedrijfsresultaat (personeelskosten) en een positiever subsidieresultaat (rijksbijdrage).
De afwijking ten opzichte van de jaarrekening 2021 wordt veroorzaakt doordat Stark in 2021 ondanks corona een goed jaar heeft gedraaid en er sprake was van een aantal incidentele voordelen (ontvangen UWV uitkering, verkoopresultaat pand en niet volledig bestede coronacompensatie).
De uitgaven aan re-integratie in 2022 zijn nagenoeg conform begroting.